menu
Tatoeba
language
Register Log in
language English
menu
Tatoeba

chevron_right Register

chevron_right Log in

Browse

chevron_right Show random sentence

chevron_right Browse by language

chevron_right Browse by list

chevron_right Browse by tag

chevron_right Browse audio

Community

chevron_right Wall

chevron_right List of all members

chevron_right Languages of members

chevron_right Native speakers

search
clear
swap_horiz
search

Sentences in Dutch with audio (total 8,949)

nld
Beschrijf jezelf.
nld
Fijne reis!
nld
Zeker weten!
nld
Goed gespeeld!
nld
Heb je verhoging?
nld
Heb je koorts?
nld
Ik word moe.
nld
Tom is lang.
nld
Dat ben ik.
nld
Dat is hinderlijk.
nld
Dat is vervelend.
nld
Dat is irritant.
nld
Hij is irritant.
nld
Hij is vervelend.
nld
Tom heeft gegeten.
nld
Stop met huilen.
nld
Je bent betrouwbaar.
nld
Ze probeerden het.
nld
Is hij wit?
nld
Is het wit?
nld
Dit is eten.
nld
Ik bewonder Tom.
nld
Hoe heet dit?
nld
Heb je gegeten?
nld
Ze kennen me.
nld
Waar was je?
nld
Dit past niet.
nld
Lynn rent snel.
nld
Waarom belde Tom?
nld
Waar zijn jullie?
nld
Iedereen kent hen.
nld
Tom neemt vitaminen.
nld
De tafel wankelt.
nld
Iedereen mag hem.
nld
Alles komt goed.
nld
Oorlog is slecht.
nld
Ruzie is slecht.
nld
Vechten is slecht.
nld
Communicatie is goed.
nld
Praten is goed.
nld
Water is goed.
nld
Wat een rotzak!
nld
Wat een klootzak!
nld
Ik aarzelde niet.
nld
Ik twijfelde niet.
nld
Haal het fototoestel.
nld
Haal de camera.
nld
Pak het fototoestel.
nld
Pak de camera.
nld
Tom is hilarisch.
nld
De fans juichten.
nld
We juichten allemaal.
nld
Ze juichten allemaal.
nld
De menigte juichte.
nld
Het gejuich stopte.
nld
Schil de appel.
nld
Ik ben hetzelfde.
nld
Ze geloven je.
nld
Hij ziet niets.
nld
Ze zagen niets.
nld
Het regent hier.
nld
Het regent daar.
nld
Ik heb niks gedaan.
nld
Ik heb niets gedaan.
nld
Ik woon in Osaka.
nld
Waar woon je tegenwoordig?
nld
Hij woont in Tokio.
nld
Ik woonde alleen.
nld
Waar zijn jullie opgegroeid?
nld
Waar heb je gewoond?
nld
Waar woonde je?
nld
Tom woonde daar.
nld
Tom heeft daar gewoond.
nld
Tom woonde hier.
nld
Ik woon ernaast.
nld
Ik woon hiernaast.
nld
Ik woon alleen.
nld
Waar is hun huis?
nld
Waar wonen ze?
nld
Waar woont ze?
nld
Waar is zijn huis?
nld
Waar is haar huis?
nld
Ik kan goocheltrucs doen.
nld
Dit is een toverstaf.
nld
Waar is je toverstaf?
nld
Gelooft Tom in magie?
nld
Tom deed een goocheltruc.
nld
Geloof je in magie?
nld
De magie is weg.
nld
Het is net tovenarij.
nld
Ik geloof in magie.
nld
Tom gelooft in magie.
nld
Het was magisch.
nld
De sterren verschenen.
nld
Hij is net uitgegeven.
nld
Het is net verschenen.
nld
Hij is net verschenen.
nld
Hier mag je roken.
nld
Hier kan je roken.
nld
Hij is machtig.